Onze levensreis begon als kind
Toen we nog geheel afhankelijk waren
En niets in deze wereld hadden ervaren
We werden gekoesterd en bemind.
Na verloop van jaren werden we zelfstandig
We moesten onze levensweg zelf bepalen
Dat ging dan vaak over bergen en door dalen
En we vervolgden onze reis eigenhandig.
De tijd droeg ons naar de ouderdom
Die gepaard ging met vallen en opstaan
Met vreugde, verdriet en soms een traan
De reis gaat door en keert nooit weerom.
Het einddoel van onze reis is naar God
Hij blijft onze Gids op ons levenspad
Ook wanneer het soms eens tegenzat
Was Hij steeds betrokken met ons lot.