Bomen in de winter
De bomen, eerst zo diep vernederd
door de herfst, die hen kaal had gemaakt,
dragen nu de glinsterende sneeuw
als een koningskleed op hun armen.
Waren zij eerst nauwelijks zichtbaar
tegen de spookachtig grauwe lucht,
nu wuiven ze alle kanten uit
met hun vingers vol diamanten.