In duisternis zit je
met muren rondom
vertwijfeling onrust
je voelt je zo dom
Je bent op je wegen
gestruikeld en kwam
terecht in de afgrond
wat het zicht van jou nam
Je kijkt naar de wanden
van de put, ruikt de drek
van’t riool, ziet de ratten
ze knagen jou lek
Voetstappen klinken
ver weg in de straat
je roept: Help me even
maar het lopen vervaagt
De mensen ze komen
ze lopen en gaan
leven genieten
ver bij jou vandaan
In duisternis zit je
wanhopig alleen
verstoken van warmte
pakt nog een steen
Je gooit het naar boven
hoopt op response
op woorden of handen
maar weer klinkt een bons
De steen is gevallen
maar dan klinkt een stem
het echoot genade
ziet handen van Hem
Hij trekt jou bewogen
uit de diepte omhoog
je staat met Het Licht
ineens oog in oog