Er staat (c)opyright op de gedichten van Welle-Boersma, Ina van der U mag dit gedicht alleen gebruiken als u de auteursnaam en eventueel de website daarbij vermeldt.

Leven

Tussen

geboorte

en

sterven

heeft God

ons

een leven

gegeven.

Hetzij lang

hetzij kort

wat doen

wij

ermee?

Kennis vergaren,

het geloof bewaren?

Bezit vermeerd’ren,

de aarde goed beheren?

Druk zijn met een zaak,

denken om de ander, hoe vaak?

Werken in je eigen kring,

en de vreemdeling?

Naar Gods geboden leven,

de liefde ook nastreven?

De jeugd bekritiseren,

wil je ook van ze leren?

Ouderwets de ouder noemen,

wil je ook hun wijsheid roemen?

Ons korte leven

levenslang 

om te leren

wat liefde is.

Liefde

voor de Schepper,

liefde

voor de mens,

liefde

voor ‘t geschapene,

nu nog

onvolkomen

-- wens--

 



Na een korte tijd

volkomen.

--Eeuwig--

 


Er staat (c)opyright op de gedichten van Vasalis, Maria U mag dit gedicht alleen gebruiken als u de auteursnaam en eventueel de website daarbij vermeldt.

      Is het vandaag of gistren, vraagt mijn moeder,
      bladstil, gewichtloos drijvend op haar witte bed.
      Altijd vandaag, zeg ik. Ze glimlacht vaag
      en zegt: zijn we in Roden of Den Haag ?
      Wat later: kindje ik word veel te oud.
      Ik troost haar, dierbare sneeuwwitte astronaut
      zo ver al van de aarde weggedreven,
      zo moedig uitgestapt en in de ruimte zwevend
      zonder bestek en her en der.
      Zij zoekt - het is een s.o.s. -
      haar herkomst en haar zijn als kind
      en niemand niemand, die haar vindt
      zoals zij was. Haar franse les
      herhaalt zij: van haar 8e jaar:
      'bijou, chou, croup, trou, clou, pou,

Er staat (c)opyright op de gedichten van Vasalis, Maria U mag dit gedicht alleen gebruiken als u de auteursnaam en eventueel de website daarbij vermeldt.

                                        Er is een boom geveld met lange groene lokken.
                                        Hij zuchtte ruisend als een kind
                                        terwijl hij viel, nog vol van zomerwind.
                                        Ik heb de kar gezien, die hem heeft weggetrokken.

                                        O, als een jonge man, als Hector aan de zegewagen,
                                        met slepend haar en met de geur van jeugd
                                        stromend uit zijn schone wonden,
                                        het jonge hoofd nog ongeschonden,
                                        de trotse romp nog onverslagen.

Maria Vasalis
(uit "Vergezichten en Gezichten")