haar open raam gaf toegang tot de nacht
	die zachtjes stil naar binnen kwam
	en haar zag liggen in serene rust
	voldaan na haar genoten lust
	
	haar ogen waren diep gesloten
	afgewend van wat de dag haar had gebracht
	en in haar eigen werkelijkheid gekropen
	die zij nu droomde zonder grenzen
	
	zij vloog rondom de hoge toren
	en rustte op haar beide vleugels
	die door de warme wind gedragen
	haar ritmisch voortbewogen
	
	zij zag de huizen waar zij woonde
	de bomen die zij nog kende uit haar jeugd
	de plaatsen waar zij ook zoende
	en voor het eerst de liefde vond
	
	zij voelde zich gedragen door de lucht
	en opgenomen in het al
	waar zij zichzelf hervond als oorsprong
	van wat zij onbegrensd zo lang al had gewenst
	
	maar wat haar was onthouden
	door de stad waarin zij woonde
	haar werk dat zij nog zag als plicht
	en haar verhinderd had te zijn zoals zij was
	
	maar langzaam trok de nacht zich terug
	om plaats te maken voor de dag
	die haar ogen langzaam openden
	om verdwaasd haar echte werkelijkheid te zien



