het afval en rommelgeluid
zacht fluistert de wind
langs deuren en ramen
speelt op straat en jaagt
blikjes en flesjes voor zich uit
het afval en rommelgeluid
een niet te negeren
refrein in de muziek
van een plein in de stad
waar muren vermoeid
elkaar steunen en
kreunen bij iedere vlaag
hoe overleef ik vandaag
nog spreken hun stenen
koestert een hand de in
eeuwen afgesleten rand waar
velen het hoekje zijn omgegaan
kijk ze maar aan
zij kennen het leven dat
generaties is gegeven waarvan
de naam in steen is blijven staan