de sfeer van weleer
zij zomerde
met wilde bloemen in
een paradijselijke wei
waar vrijheid kleur
en vormen bloeiden
werd ieder hemels blij
ook zij wist van
de volle oogsten
de rijkdom zo dichtbij
later nog het land
met kale stronken
als verlate herfstpartij
in helder schemeren
deden vorst en gladheid
al even van zich spreken
het winterde in
gebeden voor het
pittig warme wintereten
met kerst al op de hoek
in maillots en gewatteerde broek
zoeken wij de sfeer van weleer