geen god en tijd
	ik was op weg
	stopte en ging
	naar binnen
	omdat er 
	geen buiten
	meer was
	door een deur
	die ik niet meer
	hoefde te sluiten
	voor mij
	strekten zich
	talloze uitheemse
	disformaties uit
	waarvan sommige
	nog iets vertrouwds
	hadden in kort geleden
	gebouwd maar
	met focus op een 
	andere wereld
	waar niet alle
	dimensies bezet 
	waren die asychroon
	voorbij zweefden als 
	wolken in een droom
	ik hoefde niet
	te gaan dat werd
	voor mij gedaan
	in een oogopslag
	of bij handjeklap
	ik ademde 
	synthetische lucht
	waaruit alle
	leven was gevlucht
	een geurloos product
	dat vier moleculen
	zuurstof had maar
	zonder nat in een
	vreemde wereld die 
	geen god en tijd bezat





