vader, kijk maar, niet
zonder handen maar naakt
op een fiets kom ik je nader
ik droom je gelijkmatig, draag
de blauwe letters van je adem
als een zeil in de regen
hoe luid mag dit gefluister:
waarneembaar als een rugzak
hoe zwaar wil je wegen?
ik droom je gelijkmatig, sta
als een schuine schaduw
over een fiets, zie maar
hoe ik oplos, hoe mijn
omlijning van je adem
vlokkerig wordt, en toch
onder jouw woorden staat
als een waarmerk, een zegel
ik heb jou niet voor niets bewaard
niet nodeloos verzwegen