Eindelijk heb ik de winter begrepen.
De hallucinerende schoonheid
van sneeuw is een print,
de dunne wand tussen ijs en angst
is te onderscheiden.
Ik ben bedrogen door
de Hollandse meesters.
Kijk hoe het licht zich verstopt,
hoe de tijd versmalt. Urenlang
zie ik geen hand voor ogen.
Oververmoeid geraakt
schakelt het jaar me om
in de laagste schaduwstand.
De kou bijt zich vast,
last vertraagt mijn tempo.
Het is al eind november.
Met plezier haal ik dadelijk
het grijze wolkendek omlaag,
kruip eronder
en begin mijn winterslaap.
Wek me maar
met de eerste krokus.