Er staat (c)opyright op de gedichten van Reus, Tim U mag dit gedicht alleen gebruiken als u de auteursnaam en eventueel de website daarbij vermeldt.
Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn


En daar in het parkje van
een boom en de fervent kauwgom verzamelende
keitjes rijken de
gescheurdesepiabakstenen stekels statig omhoog
en eindeloze stemmen vragen als
klauwen om het lot van alles
wat ze nooit kunnen snappen.
Het hangt ook buiten hun gele mist.
 
En daar op de wegen waar
wolken uit de uitlaten kolken en
zwarte zakken zinderen in vlaagjes
onzichtbaar zonlicht en bomen klein zijn
en hun takjes boven de
donkerwitte stroming bungelen, daar
bestaat niemand dan zichzelf, en
als er toch nog meer bestaan dan
heeft de taal er genoeg
vloeken voor.
 
En daar in de schaduwen is
de indigogele horizon dichtbij en
razen de gegroefde fronsen met vale
pakken en vluchtende haarlijnen me
genadeloos voorbij. Tussen die
zinderend grauwe glazen gebouwen
vang ik een glimp van
blijheid.
Daar is het station.