ik moet elke dag schrijven
dat alles voorbij is gegaan, de vrouw in het wit
de man in het zwart
als ik zou kunnen kijken naar hoe hun lijken
in de verte
bevroren langs de snelweg lagen
zou ik het wak uithakken
dat dappere mensen moesten maken
in dijken die sijpelden
nu zie ik
alleen nog maar
oorlogsveteranen
als ik eerlijk ben geloof ik dat alles wat verboden is
tot de taal van de waanzin
behoort
dat ik zal moeten
luisteren naar wat men beweert
over gelijkheid en eerbied als sneeuw op de bergen
en dat ik dan vergeten zal
dat alles
in schoonheid leeft en
hoe ik op deze reis
de wolken eerder bewonderde
dan de witte wijn op Kreta