westerlingen leven lineair
hun blik gericht op toekomst en verandering
oosterlingen denken circulair
elk einde is een nieuw begin
en alles komt terug
zo zegt men
als kind bezworen door de Tovercirkel
trok ik als tiener rondjes met mijn passer
en lijnen met mijn liniaal
mijn levensweg moest lopen langs een rechte streep
maar dikwijls kwam ik op hetzelfde punt terug
rechtlijnigheid is voor de rationelen
een dromer wordt geprikkeld door een bocht
mijn minnaar buigt zijn lichaam tot een halve cirkel
en ligt dan languit aan mijn zij
de ene poes krult zich behaaglijk op
terwijl de andere zich liever uitstrekt
aan het einde van mijn levensweg ligt een rotonde
de telefooncirkel die mij beschermend in een wurggreep houdt