Er was geen vuiltje aan de lucht
Tenzij een stukje maan
Dat nog van de nacht tevoren
Stil is blijven staan.
Er was geen één geruchtje
Dan het tjilpen van een grijze mus
Die kruimels pikte van een oude krant
Met het nieuws van alles en wat.
Er was geen ziel op straat
Tenzij de oude postbode blij gezind
Die in de vroege morgen
Al met de liefdesbrieven rond ging.
En er was helaas! er was helaas ook ik
Die nog heel laat bij vrienden was
En met euvele moed
Naar mijn sleutels zocht..