Er staat (c)opyright op de gedichten van Melker, Wil U mag dit gedicht alleen gebruiken als u de auteursnaam en eventueel de website daarbij vermeldt.
Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn
 
hun houten ogen
 
 
als bomen naar me kijken
ik hun houten ogen
niet meer kan ontwijken
word ik panisch bang
 
voel de takken komen
die eerst nog naar me
reiken maar me later
onverbiddelijk grijpen
 
in het raken van de bast
hoor ik het kraken
van hun knoesterige lach
waarin de sappen stromen
 
las de oudste jaarringen
in het diepgewortelde bestaan
door bliksem storm en regen
is hun aanzien deels vergaan
 
heb de maan bekeken
uit een hoge kruin
mijn leven aan de voet
was slechts een hoopje puin