februari 1968
Kolk
Er is iets wat me grijpt
Ik wankel en word meegesleurd
Tot op de bodem word ik gezogen
Maar als er geen bodem is
Blijf ik eindeloos zinken
of is het stijgen
De aarde is rond
Er is geen begin
Er is geen eind
Het is een maalstroom
Er bestaat geen slot
Uit bundel I een litanie.Gepubliceerd in dissonante symfonie