Rouw
Gelukkig wie om doden treuren.
Wat hun pijn doet, is concreet.
Zij laten zich verscheuren
door nauw omschreven leed.
Wee wie zich laten kwellen
door een ander soort verdriet:
als je de meters kunt tellen
die je scheiden van wie je niet ziet.
De ander kan nog spreken,
maar laat niet van zich horen.
Je blijft verlangen naar een teken
van die je hebt verloren.
Het heeft geen zin naar hem te speuren.
Je droefheid is hem om het even.
Veel minder zwaar viel je het treuren
als de ander niet meer zou leven.