In plaats van het boetekleed
aan te trekken
zich te bekeren
tot de mens
blijven ze voor God spelen
bepalen met kracht
de liturgie van macht
exclusief voor heren
zij slaan de maat
met dissonanten
systeembeheerders
vol celebranten
die niet willen horen
hoe we willen bidden
hoe we willen zingen
niet begrijpen
hoe we willen vrijen
hoe we willen spreken
al die pastores, paters
bisschoppen heiligen
verloren hun ziel
in schone schijn
ik ben niet weggegaan
maar de kerk uitgekeken
toch het voelt fijn
al hun binnenkerkelijkheid
is zo vreselijk mis
God schudt zijn hoofd
houd het hart vast
moet nu erkennen
dat hij zelf
buitenkerkelijk is
(R.K. schrapt liederen Oosterhuis)