De kat zit voor de bank
zijn ogen dicht
de borstkas ritmisch wiegend
luistert hij ademloos
naar licht klassiek
oud geworden
onder zang,
pianospel en koormuziek.
Eén instrument
kan hem niet echt bekoren
bij het geluid van blokfluit
pletten zich de oren
zijn ogen staan verstoord
hij poogt er mauwend
bovenuit te komen
een sprong beëindigt
hoge tonen.
Stil ligt de fluit
op het velours,
de kat, zijn naam is Händel,
hervat zijn slaapje
op de zonverwarmde vloer.