Het water is groenstil.
Zelfs de eend lijkt een stenen kitschbeeld, door gemeentewerkers als versiersel ingekeild, tot hij hem en mij wakkerschrikkend zwemt.
De bomen zijn groenstil.
Zelfs de takken die wapperen in het praktisch windstil zijn niet te horen, onderdrukt door de stadsoverstemming.
Het gras-riet-distel-brandnetelwaar is groenstil.
De snelweg verpest.
Ik wens dat hij snelweg was.
Ik twijfel mijn betwijfelbare twijfels.
Ik betwijfel of ze het twijfelen waard zijn.
Toch blijft hoofd knagen.
De otter wil er doorheen, maar vraagt zich eigenlijk af door welke stof hij zich heenbijt.
Wat is het?
Ik vraag me af of ik hierdoor mijn hersens nou juist op volle toeren laat draaien of ze probeer te temperen, niet-gek wordend.
Doordraaihoofd, Desperate for Desperados.
De Verlamming geniet.
Teniet gaat niets.
Ik voel me verschrikkelijk bloot in de rust.
Ongenaakbaar bloot voor mezelf, onaandoenlijk.
Is dit Man?
Mens is het wel.
Zelfs de eend lijkt een stenen kitschbeeld, door gemeentewerkers als versiersel ingekeild, tot hij hem en mij wakkerschrikkend zwemt.
De bomen zijn groenstil.
Zelfs de takken die wapperen in het praktisch windstil zijn niet te horen, onderdrukt door de stadsoverstemming.
Het gras-riet-distel-brandnetelwaar is groenstil.
De snelweg verpest.
Ik wens dat hij snelweg was.
Ik twijfel mijn betwijfelbare twijfels.
Ik betwijfel of ze het twijfelen waard zijn.
Toch blijft hoofd knagen.
De otter wil er doorheen, maar vraagt zich eigenlijk af door welke stof hij zich heenbijt.
Wat is het?
Ik vraag me af of ik hierdoor mijn hersens nou juist op volle toeren laat draaien of ze probeer te temperen, niet-gek wordend.
Doordraaihoofd, Desperate for Desperados.
De Verlamming geniet.
Teniet gaat niets.
Ik voel me verschrikkelijk bloot in de rust.
Ongenaakbaar bloot voor mezelf, onaandoenlijk.
Is dit Man?
Mens is het wel.
De bladeren ruizen sneller dan de snelweg.
Ik ben snelweg.
Ik ben snelweg.