Zeist april 1964
Jij en ik
Je zegt dat je me kent
maar ken je me werkelijk
Hoe weet je dat je me kent
Weet je hoe ik er vanbinnen uitzie
Je zegt dat je van me houdt
zoals ik ben
maar zou je me niet haten
als je wist dat ik anders ben
dan zoals jij me ziet
Of weet je dat ik anders ben
en houd je juist daarom van me
Hoe zal ik ooit weten wat je denkt
Soms denk ik dat je helemaal niet van me houdt
Dat je maar doet alsof
en dat je woorden holle frasen zijn
Dan word ik bang
voor jou en voor de eenzaamheid
Dan snauw ik je af
en ben ik het liefst alleen
omdat ik me nog eenzamer voel
als jij bij me bent
Maar dan zie ik de ontreddering op je gezicht
Dan weet ik, dan voel ik
dat je echt van me houdt
En toch komt die onzekerheid
altijd weer terug
Zou dat bij jou ook zo zijn
Uit bundel I een litanie gepubliceerd in een dissonante symfonie