vreemd hoe hij twee gezichten heeft
je kent hem reeds je leven lang en
toch overrompelt verbazing de mensenkennis
zijn ogen lichten op wanneer hij
in de tuin van de laatste rustplaats
zijn jaargenoot toevallig tegenkomt
herinneringen worden opgegraven
ze boetseren een verhaal
en stenen beelden lijken even
de levendige helden van weleer
je hoort hoe de lach zich herstelt
en zijn jeugd opnieuw geboren wordt
thuis gekomen wordt hij weer
de man die aandacht vraagt
zijn kwaaltjes rijzen uit de grond
en jammer laat van zich horen
hij vreest de lange avonden
nu donker sombere geesten
in zijn herinnering laat zweven