de haren rood
de schouders zacht
haar ogen
zweven
langs mij heen,
ik kijk en zie
haar handen draaien
over het glas
cirkelt zij voorbij
met vleugels open,
in de wind gespreid,
drijft zij
weerloos
in de tijd verloren
proef ik
de oorsprong
van haar eenzaamheid.
Uit de bundel: het eiland drijft