Hier loop ik dan, alleen,
met enkel mijn schaduw die me om de zoveel stappen vergezelt
De koele wind, die mijn stoffige gedachten met haar meeneemt,
is zo onzichtbaar als de kleur van leven dat nergens te bespeuren valt
net als begrip, net als hem. Mijn vingers voelen hem wegglijden als zand van de kust
Die nu veilig is, in de nacht. Rust.
Ik heb gezien hoe de uren vervlogen,
net als mijn dierbaren. Zo ontastbaar als de slaap
die niet tot mij wil komen. Zo ontastbaar als de tijd
die mijn gedachten versnijdt
tot kleine puzzelstukken, die op hun plaats vallen
wanneer ik de nacht betreed
vinden wat je al tijden loopt te zoeken
gemakkelijk is ’t soms niet. Insomnie.
Want ik zag zo van die nachten, nachten vol pijn
en dagen die net hetzelfde zijn
ik weet dat deze nachten komen, en weet dat ik mezelf red,
maar soms zijn een paar armen toch warmer
dan de lakens van mijn bed
fiets! Stuur! Wacht niet! Zie bloed! Mijn bloed! Ga dood!
Ja, soms denk ik dat het beter is
Mezelf te besparen van de vrede toekomst,
of de toekomst van mij ? Ik weet het niet
ik weet het niet meer
ik weet echter wel, dat ik in de straten zoek
wat ik in mijn bed niet vind. Rust.
Reacties