Het kind in mij, dat komt en gaat.
Samen met haar dans en huppel ik,
en zingen we uit volle borst.
-
In een plasje met regen
stampen we samen gekscherend op en neer.
En als we een schommel zien
gaan we onbezonnen tekeer.
-
Ook fluiten we naar iedere vogel
en aanschouwen we de vlinders op hun vlucht.
Pas dan, voel ik weer wat geluk is
en kan ik goedgezind weer lachen
naar iedereen die mij passeert.
-
Het kind in mij, dat komt en dat gaat
en neemt mij zo nu en dan bij de hand.
En ik, ik laat mij gewillig leiden
door vrolijk mee te stampen
in het zand.
-----
Ingrid van der Weegen.