Ik voel me als een eiland koele nissen
Vol schemering, nacht,
Begroeid met lome doornen,
Koele distels
En tranen streikend
Langs het weke pad.
Eenzaamheid en pijn
En niemand om te praten
En steeds alleen
Een wees te zijn.
En zonnestralen vervagen
Aan mijn vragen
Liefde, hoop en tederheid.
Zomerbries, ontmantel, ontvouw
mijn tranen
En weeg mijn schaduw
Bij de bomen
Tot aan wolken
Aan de zon,
En laat ze drijven,
schrijven,
waar de nacht
begon