Onderstroom
Ik moest wel langs een afgrond gaan
en bijna springen om niet de pijn
te voelen van mijn omgewoeld bestaan.
Ik moest wel een doelwit van frustraties zijn
en mijn hoofd stoten tegen een wand
van onbegrip en kwade trouw.
Ik moest wel een voorwerp zijn van misverstand.
Als dit alles niet zo was, dan zou
ik nu niet dit geluk ervaren,
dat door mij danst in gouden vonken.
Laat mij steeds verrast ervaren
dat al het verdriet is verzonken.