Gedachten dwalen door mijn hoofd,
Mijn kracht heeft me verlaten,
Al mijn hoop is gedoofd.
Overspoeld met angsten en bedrog,
Verloren en verdwaald,
Niet gevonden wat ik zocht.
Langzaam komen gedachten op van hoe ik mijn leven leed.
Niet van het kwade maar het oprechte wat ik deed.
Mijn hoop bindt zich weer om me heen.
En al mijn kracht laat me niet meer alleen.
Ik besef dat God er al die tijd al stond.
En dat ik gezocht heb tot ik vond.