Er staat (c)opyright op de gedichten van suzanne U mag dit gedicht alleen gebruiken als u de auteursnaam en eventueel de website daarbij vermeldt.
Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn

Vervuld met zoveel haat.

Waar blijft de liefde in m'n hart?

Ooit had ik m'n gevoelens in de hand,

En bouwde met velen een mooie band.

 

Maakte een praatje met groot en klein,

Zat met vriendinnen op het schoolplein,

Genoot van de dag en de zonneschijn...

Toen vond ik het leven nog zo fijn.

 

Ik had mooie plannen voor de toekomst,

Begon optimistisch met de dagopkomst.

Het verleden was ik zeker niet vergeten,

Maar de hoop deed me mooie dingen verwachten.

 

Wat er op een dag ook gebeurde,

Mijn hoop was hetgeen wat me opbeurde.

Waar ik op een dag ook belandde,

Diep in m'n hart was er een licht die brandde.

 

Elke dag bestond uit vallen en opstaan.

Vallen deed wel eventjes pijn,

Maar heel lang kon het niet zijn,

Want ik wist dat ik weer zou opstaan.

 

De grote vraag was echter hoe lang,

Blijf ik altijd vallen en opstaan?

Die vraag maakte me dagelijks bang,

Omdat ik geen antwoord had in dit onzekere bestaan.

 

Toen verloor ik het enige wat ik nog had;

Mijn hoop behoorde tot het verleden tijd.

Ik bleef zoeken naar het licht in mijn hart,

Maar 't was gedoofd, vervuld met onzekerheid en haat.

 

Ik ben gevallen, maar kan niet meer opstaan.

Ik zie elke dag meer problemen ontstaan.

Ik voel niks meer, geen hoop meer op zegen.

Ik verzet me ertegen, maar dat werkt alleen maar tegen.

 

Nu loop ik door het leven, gebroken maar recht.

Ik laat niks merken en hou me sterk.

Maar diep van binnen vreet ik mezelf op,

Aan het eind van de dag ben ik doodop.

 

Maar ook 's nachts kan ik mijn rust niet vinden.

Ik lig te piekeren over allerlei dingen.

Zelfs als ik slaap, werkt m'n hoofd op volle toeren;

Vol met plannen, niet uit te voeren.

 

Misschien komt er ooit een dag

Dat ik de zon weer zie schijnen.

En op m'n uitgerust gezicht

Een oprechte glimlach zal verschijnen...