Altijd opgefokt, altijd gehaast.
Tweeverdiener weet je.
Sleuren met jengelende kinderen
aan uitgerekte armen.
Voor de schoolse, na de schoolse.
Tussendoor tot ver erna,
haasten, bergen werk verzetten,
tot aan het moment van dromen.
Dromen over bergen, bossen, bloemenweiden.
Verankerd in recht van zijn.
Gletsjers, waaruit leven ontspringt.
Sprankelende rivieren, traag stromend
langs vele omwegen naar schone oceanen.
Een plek waar kinderen
spelenderwijs zichzelf kunnen zijn.
Een wereld dichtbij,
of achter oneindige lichtjaren?