Rondomheen geschaard in de stille nacht
Scherpe naalden op elke tak,
priemend stekend met gemak,
uiterst breekbaar, niet laten vallen,
zo prijken dun, mondgeblazen ballen.
Bovenaan de neersstrijkende ster,
een strik volstaat her en der,
herinnerend aan velen dingen,
stemmig, het samen liedjes zingen.
Onderaan prijken plaasteren beelden,
als weerspiegeling van het verleden,
lichtjes versieren hem rondom rond,
de kerstboom spreekt door ieders mond.