Herinneringen aan een liefde.
Het kan haast niet dat ik
die nooit van tederheden blijk kon geven
met zoveel liefde van je heb gehouden.
Zo diep,
dat ik nog steeds je glimlach ken,
en steeds nog weet
hoe goud je haren blonken
in het licht van zomergeuren,
waardoor je kwam gelopen.
In mijn herinnering
ervaar ik vaak de tederheid
van al dat zachte diep in mij.
Al is mijn hoop en het gevoel sindsdien,
door vele zomeren verlopen.
Toch was die liefde toen zo groot,
dat ik je nooit vergeten ben.
Ik van je lippen nog de warmte ken.
En jij het bent waar ik aan denk;
wanneer ik eenzaam ben.
Pierre Van Laeken