Ergens in februari
In het holst van haar nachten
Kwam plots uit de verte
Een vonkje
Dat met veel geduld
Op haar wachtte
Maar het meisje zag wat troebel
Wist niet wat het was
Ze ontweek het, keek niet om
Wat niet zo slim was... Onvergeefbaar dom!
Maanden streken voorbij
Ze dacht aan wat ze had gezien
Een vuurvliegje? Een flikkering?
Een lucifer misschien? Ze besloot het te zoeken
Verkende de duistere gangen
Om haar heen
Maar toen ze het bijna wilde opgeven
Merkte ze dat er
Een licht op haar scheen
Vol euforie en nieuwsgierigheid
Rende ze erop af
Wat ze toen eindelijk zag
Zorgde ervoor dat haar
Hart het bijna begaf
Een vonkje zo onschuldig
Was nu een gigantische vlam
Die haar het verlangen ontnam
Haar vulde met liefde,
Geluk gaf,
Haar deed zweven
Ze wist het plots zeker
Dit is de vlam van haar leven