In een koude winternacht
Ontmoette ik jou heel verlegen
Onder de sterren en hemel
Ik kon me nog amper bewegen
Het onbewuste gedrag
Vulde bijzonder genegen
Mij van warmte gedegen
Ik had het gevoel dat ik leefde
Het duister werd licht
En jij kon niet meer blijven
En waar onze connectie is gebleven
Moest de verbinding bezwijken
Wij werden gescheiden
Ik zal het jou nooit verwijten
Jij wordt immers achternagezeten
Waar je niet tegen kan strijden
Soms treffen we elkaar
En daardoor blijf ik in die waan
Dat we ooit samen zullen zijn
Die droom zal blijven bestaan
Ik zal je altijd waarderen
Al zal je komen en gaan
Afgewisseld door de zon
Mijn prachtige maan.