raderen gaat tegenkloks
zong een lied
van lang geleden
toen gebeden nog
ten hemel stegen
en klokken boeren
riepen van het land
zij onder bomen rustten
met eten uit de mand
zij gaarden
uit gods hand wat
de seizoenen gaven
spaarden in gezinsverband
ik minnestreel
dat leven in mijn lied
het raderen gaat tegenkloks
in opgefokt en doet zo zeer
ik neurie slechts de
melodie de batterij is op
en digitaal herkent mijn woord
als onze taal niet meer
wil melker
05/05/2008