Lente
Zielestromen dromen, zweven
door mijn dorre, barre bedding;
jubelend in alle talen,
babbelend vol zachte redding.
Als een berg moet ik blij huilen:
bronnen bloeden door mijn flanken,
vruchtbaar, over oude zuilen;
bontgekleurd door nieuwe klanken.
Zwijgend, overvloedig reppend
weef ik tekens, toverzinnen:
biddend, lief gebiedend, scheppend,
barstend van oprecht beminnen.
Uit mijn puin herrezen, bloeiend,
op mijn hoogste toppen levend,
streef ik naar de sterren, groeiend;
nooit meer voor mijn sterven bevend.
Manuel