Sonnet 2 begin augustus 2000
Jouw liefde spreekt vol tere macht
waarin mijn hart zo krachtig slaat
en vraagt om méér, niet slechts gedacht
maar ook gedaan; in overdaad
en nooit teveel. Ik koester lust
in stil genot, in steels contact,
haast ademloos, nog juist bewust
maar diep geraakt, mijn ziel gepakt
door tederheid. Oh liefste, maak
dat dit gevoel mij nooit verlaat;
ik miste ooit, en veel te vaak
een opperste verrukte staat.
Gelukkig, groots, blijf ik me zogen
aan de liefde in jouw ogen.
Manuel