je armen dwingen me
zacht tegen je aan
ik geef toe
laat me gaan
ben zo moe
van het sterk
in mijn schoenen staan
ik sluit m’n ogen
en de wereld is weg
wordt zo veilig
als het plekje op je borst
waar ik mijn hoofd op leg
en mijn onzekerheid
(maakt vaak zoveel stuk)
wordt nu zo klein
als het kuiltje in je hals
waarin ik mijn lippen druk