de zoete geur van bloed
ik veinsde
stoïcijnse onverschilligheid
voor het strelen met fluweel
wist de tegendraadse vleug
haar verboden deugd
de zoete geur van bloed
de vorens donkerrood
legden in tekening de
ingehouden passie bloot
ik was geen slaaf
aanbad haar slechts met
de oprechtheid van mijn lijf
liet haar domineren
tot de rollen keerden
ik eindelijk kon triomferen
wil melker
26/10/2010
www.wilmelkerrafels.deds.nl