je ademt
rust en broze
morgenzon
mijn lief
een warme cocon
in de hand
van morpheus
en mijn ogen
strijken zacht
over je lippen
door je haren
dwalen over
je weerloze
naakte huid
strelen
in ontroering
het alles
zo vertrouwde
en als ik wegga
zie ik nog net
hoe je dromen
je geluidloos
ondersneeuwen