Denkend aan jou zie ik treurige weilanden
Omhelsd worden door gouden armen
Die de kilte doen opwarmen
Tot paradijselijke landen
Denkend aan jou zie ik de grijze lucht zich laten omranden
Door een regenboog die zich doet erbarmen
Over de vergane rivierarmen
Die langzaam maar zeker verzandden
Denkend aan jou zie ik jouw blik
Als ik het weer verknal
Onze ogen vol schrik
Denkend aan jou realiseer ik vooral
Ik wil het niet bekennen, maar met een snik
Dat jij nooit aan mij denken zal