Dwaas en dom is het
te denken een dichter te zijn.
Geen zin, geen woord,
ja, zelfs geen komma of een punt
komt tot leven in het zoekend brein.
Leegte en nog meer leegte
is te vinden in het hoofd
van wat een dichter heet.
Waar blijft het woord
dat moet worden gehoord?
Misschien is dat de reden
en ligt daar het kantelpunt.
Wie zegt dat wat ik zeggen wil
ook iets te zeggen heeft?
Ik zwijg en zoek een punt.