Broze bladzijden in vergeelde, bijna vergeten taal;
wanneer ik lees,
woorden en zinnen die juichen als jongvee,
dat, na een lange winter weer buiten mag.
Dagen die zichzelf vergeten zijn vinden zich terug,
vertellen hun verhaal;
en Terschelling wordt opnieuw Schylgeralan.
Ik ruik de zomergroene graszee,
voel duinen stuiven,
tussen de denderende donderdreun
uit de blauwe tentjes van Appelhof door
fladderen witte wagens
langs de hoofdweg oostwaarts
deinen dansend de deuntjes van op 'e riid.
Dagen die zichzelf vergeten zijn,
stokdoof geworden,
schuifelen langzaam door de zomer.
Als je zoekt zijn ze er nog:
verdwaald op stille plaatsen van dit schateiland,
daar waar
Schylgeralan
nog nooit van
Terschelling
heeft gehoord.
(na het lezen van "Arjen" door Cor Bruijn)
wanneer ik lees,
woorden en zinnen die juichen als jongvee,
dat, na een lange winter weer buiten mag.
Dagen die zichzelf vergeten zijn vinden zich terug,
vertellen hun verhaal;
en Terschelling wordt opnieuw Schylgeralan.
Ik ruik de zomergroene graszee,
voel duinen stuiven,
tussen de denderende donderdreun
uit de blauwe tentjes van Appelhof door
fladderen witte wagens
langs de hoofdweg oostwaarts
deinen dansend de deuntjes van op 'e riid.
Dagen die zichzelf vergeten zijn,
stokdoof geworden,
schuifelen langzaam door de zomer.
Als je zoekt zijn ze er nog:
verdwaald op stille plaatsen van dit schateiland,
daar waar
Schylgeralan
nog nooit van
Terschelling
heeft gehoord.
(na het lezen van "Arjen" door Cor Bruijn)