Terwijl ik loop over straat
Donker en verlaten
Waar het duister mij wil inpakken
Kwaadwillend strikken
In leugens en onwaarheden
Ben ik nimmer angstig
Want de muziek in gedachte
Pompt vrolijkheid door mij heen
En in welke weerspiegeling ook
Daar zie ik kleurrijke figuren
Van wel drie meter
Slungelig en ritmisch
Deinend op onze chaos van klank
Wilde bewegingen
Met hoofden vreemd
Oren als drums
Neuzen als trompetten
Luid schellend op onze muziek
Zo ga ik als kleurrijke parade
Nooit alleen of eenzaam
Want verbeelding
Is een vergeten kracht
In ons allen