mijn lijf en leden zijn vergroeid
met de tijd
zelfs mijn gedachten
voeren strijd met het jaargetij

hoor muziek
van eeuwige gloriën
Elvis en Buddy Holly
maar buig naar het nieuwe
van de steeds vooruit maatschappij

zie nog schimmen van een verleden
gedroomde rozegeur en maneschijn
maar kniel om te omarmen
de consumptie maatschappij

eet nog wel eens 
zoals in grootmoeders tijd
maar mijn zinnen teren
op hamburgers en voorbereide maaltijd

mijn neus ruikt nog het verre verleden
van hooi, strooi en een gerooid aardappelveld
maar mijn hoofd neigt naar
de vandaag tijd

mijn benen volgen soms de weg
naar mijn eens geweest jeugdparadijs
maar keren gestaag terug
naar onze moderne tijd

alles is vergroeid met de tijd
mijn lijf, mijn leden
ze gaan mee met de tijd
naar de eeuwigheid

Breynaert-Delvoy Arlette