Jonge studenten met hoge schreeuwstemmetjes getuigen van kleine pikkies.
Muziekoverstemmende meejankende schorre studentes,
verdoezelen de onzekere flappen die gevouwen in hun broekje liggen te rotten.
Humorloze grappen zonder visie worden half op gang gebracht
en afgesloten met groot volume om het toch enigszins impact te geven.
Gekakel, meesters in de ongemeende lach.
Steunend op een biertje, schuilend achter de muren.
Want hier zijn ze heer en meester.
De panden weerkaatsen de echo, wat hen voor enkele uren doet geloven,
dat de zielige onzekerheid enkel te wijten is aan de wc, waar zij alleen op poepen,
het bed, waar zij ’s nachts in janken, de douche, waar zij hun geslachtsdelen schrobben.
Hun brein zal enkel gebruikt worden om te kunnen opslaan, waarna te kopiëren,
het gewenste gedrag, voor onze toekomst, voor onze samenleving.