ik spreek tot een gedicht als tot een kind
hetgeen mijn vrouw een tikje zorglijk vindt
soms is ze er terwijl ik het verwek
dan ligt ze fronsend onderuit te roken
ik worstel voor haar ogen met mijn spoken
en zie haar denken: hemel, hij is gek
een diagnose nooit eens uitgesproken
al wonen wij sinds jaren op één plek
wij delen niet de pijn van het echec
als vruchteloos de vliezen zijn gebroken
hetgeen ikzelf een tikje zorglijk vind
ik spreek tot een gedicht als tot een kind