Nu de man de rivier over vaart
ziet hij het groen, hij staart
hoort een verre stem
De stad krimpt achter hem
tot een maquette van steen
de man lacht, hij is graag alleen
De warmte trilt in stille lucht
vogels dansen er in hun vlucht
de riemen klieven in het water
De man denkt nu aan later
als hij weer over het water kijkt
en zijn tocht een lichte droom lijkt.