Weerzien
Hoe de mensen, hoe deze mensen, hoe
een man en een vrouw na jaren elkaar –
hoe na jaren deze mensen elkaar zullen
zien, harnas van vroeger over het sleets
lichaam, hoe in hun botten moeheid
en deceptie jaar na jaar kerven.
Hoe mensen, door afscheid op afscheid
gestriemd en geslagen, het kijken
verdragen in de laatste smalle kier
die de tijd hen laat, in laat licht
ontluisterd. Dat ligt aan de ogen;
genadig wrikt tovenaar geheugen
aan de deur van de tijd; ontzien
in het zien (weggeblazen heupen,
dood haar). Die daar staan ont-
staan voor elkaar bedrieglijkerwijs
in vijvers van vroeger. Zij bieden
elkaar een diep water, hier.
Zo zien een man en een vrouw na
jaren elkaar of niet of anders. Vuur!
Anna Enquist