langs haar vingertoppen
ben ik
ben ik die vrouw ben ik
die vrouw met de tas ben ik die vrouw
met de tas de zakdoek de lippenstift
ben ik de waan van de dagen ben ik dat bosje
latyrus in zilverpapier
ben ik dichtgespijkerd uit hout
gedrukt op papier
de geur
van vochtig gebladerte